Belanghebbende (X) verricht op door haar gehuurde hotelkamers erotische massages. Zij verhuurt de kamers ook door aan andere erotiekmasseuses. Zij ontvangt daarvoor 50% van de gerealiseerde omzet. Ter zake van de doorverhuur past belanghebbende het verlaagde btw-tarief van 6% toe. De inspecteur stelt dat het algemene btw-tarief van toepassing is. In beroep stelt belanghebbende dat de verhuurvrijstelling van toepassing is. Ter zitting stelt belanghebbende dat de bedragen die zij ontving voor de doorverhuur waren begrensd door de huur die zij zelf moest betalen.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat de door belanghebbende verleende dienst niet kan worden aangemerkt als verhuur van onroerend goed. Volgens de rechtbank maakt belanghebbende namelijk niet aannemelijk dat de in rekening gebrachte vergoeding was begrensd door de aan haar in rekening gebrachte huur. De vergoeding voor de kamer was gerelateerd aan de omzet. De vrijstelling is volgens de rechtbank dan ook niet van toepassing. Ook is het verlaagde btw-tarief volgens de rechtbank niet van toepassing. Volgens de rechtbank kan het ter beschikking stellen van de hotelkamers aan andere erotiekmasseuses namelijk niet worden aangemerkt als kortstondige verhuur in het kader van het horecabedrijf. Het gelijk is aan de inspecteur.