Belanghebbende, X, houdt de aandelen in naam 4 bv (Beheer). Beheer bv houdt onder andere de aandelen in naam 5 bv. In 2012 neemt X het aandeel van 10% dat naam 5 bv in naam 8 bv houdt over. Beheer bv en naam 5 bv failleren in 2017. Vervolgens koopt naam 8 bv de aandelen van X in naam 8 bv in. In verband met de inkoop legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag 2017 op aan X. X stelt vervolgens dat hij dividendbelasting als voorheffing in aanmerking mag nemen. Volgens hem had de inspecteur namelijk dividendbelasting moeten naheffen bij naam 8 bv in verband met de inkoop. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X geen dividendbelasting kan verrekenen omdat deze niet is ingehouden en laat de navorderingsaanslag in stand.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen dividendbelasting kan verrekenen. Hij maakt niet aannemelijk dat er door naam 8 bv ter zake van de inkoop van de aandelen dividendbelasting is ingehouden. De inspecteur heeft dan ook terecht geen dividendbelasting als voorheffing in aanmerking genomen. Verder staat het de inspecteur vrij om IB na te vorderen van X, in plaats van het naheffen van dividendbelasting bij naam 8 bv. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 15
Wet inkomstenbelasting 2001 9.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Dividendbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden