Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan en dus niet kan navorderen. In de IB-aangifte van Y, die middels een F-biljet is gedaan, is namelijk melding gemaakt van een a.b. van X in Q bv. Gezien deze informatie had de inspecteur een onderzoek moeten instellen.
Belanghebbende, X, houdt de aandelen in Q bv. Y, de echtgenoot van X, overlijdt in 2010. Het vermogen van Q bv bestaat op dat moment uit beleggingsvermogen. Omstreeks 15 december 2011 worden de IB-aangiften 2010 van X en Y ingediend. Alleen in de IB-aangifte van Y is melding gemaakt van zijn overlijden. In de aangiften worden geen vervreemdingsvoordelen aangegeven ter zake van aandelen die tot een a.b. behoren. De aanslagen worden in januari 2012 conform de aangiften opgelegd. In 2016 legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag op aan X. Volgens de inspecteur is er namelijk sprake van een vervreemdingsvoordeel ex art. 4.16 lid 1 onderdeel e Wet IB 2001. X is echter van mening dat de inspecteur niet beschikt over een nieuw feit.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet kan navorderen, omdat hij een ambtelijk verzuim heeft begaan. Het hof wijst er ten eerste op dat Y aangifte heeft gedaan middels een F-biljet, zodat de inspecteur, zonder andere dossiers te hoeven raadplegen, weet dat Y in 2010 is overleden. Vervolgens wijst het hof er op dat in de aangifte van Y voor het gehele jaar 2010 is geopteerd voor fiscaal partnerschap met X, en dat daarin melding is gemaakt van een a.b. van X in Q bv. Tenslotte stelt het hof vast dat Y geen beroep heeft gedaan op de doorschuiffaciliteit van art. 4.17a Wet IB 2001. Volgens het hof bestaat, gezien deze omstandigheden, dan de aanmerkelijke kans dat bij X een voordeel uit de fictieve vervreemding van het a.b. in aanmerking zou moeten worden genomen. Voor de inspecteur was er (ruim) voldoende aanleiding om nader te onderzoeken of X in 2010 een niet in de aangifte verantwoord voordeel uit a.b. had behaald. Ook is het hof van mening dat de inspecteur een onderzoek had moeten doen naar het huwelijksvermogensregime voor wat betreft de aandelen in de vennootschap. Het hof vernietigt de navorderingsaanslag.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.16
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16