Rechtbank Breda oordeelt dat de inspecteur gelet op de hem kenbare gegevens over de aard van de onderneming, de omzet en winstverdeling tussen de firmanten, en het door X genoten loon, nadere vragen had behoren te stellen over de zelfstandigenaftrek vóórdat hij de aanslag oplegde.

Belanghebbende, X, oefent samen met haar echtgenoot in firmaverband een administratiekantoor uit. De fiscale zaken besteedt de firma uit aan een derde. In 2003 geniet X naast winst, loon en loon uit vroegere dienstbetrekking. Naar aanleiding van de bevindingen van een door het UWV bij X gehouden boekenonderzoek, stelt de inspecteur dat X ten onrechte de zelfstandigenaftrek heeft geclaimd en legt X een navorderingsaanslag op.

Rechtbank Breda oordeelt dat de navorderingsaanslag moet worden vernietigd omdat de feiten die aan de aanslag ten grondslag liggen de inspecteur al ten tijde van het regelen van de (definitieve) aanslag bekend behoorden te zijn. De inspecteur had X nadere vragen behoren te stellen over de zelfstandigenaftrek vóórdat hij de aanslag oplegde. Immers, de inspecteur was bekend met de aard van de onderneming (een administratiekantoor), het jarenlange bestaan van de onderneming (gestart in 1996), de (lage) omzet en winstverdeling tussen beide vennoten en het door X genoten loon.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 26 augustus

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen