X heeft, ook na een herinnering en een aanmaning, geen aangifte ib/pvv 2013 ingediend. De inspecteur legt vervolgens ambtshalve de in geschil zijnde aanslagen ib/pvv en Zvw op en een verzuimboete. Daarbij is rekening gehouden met bij de Belastingdienst bekende loongegevens van X en met de informatie uit het Renseignementen Informatie Systeem (RIS) waaruit blijkt dat X eigenaar is van drie woningen. Ook blijkt X meerdere bankrekeningen te hebben en twee effectenrekeningen. Het bezwaar van X wordt afgewezen. X komt in beroep.
Volgens Rechtbank Den Haag is er niet sprake van schending van de hoorplicht in de bezwaarfase. Ook zijn de in geschil zijnde aanslagen tijdig aan X opgelegd. X heeft over het jaar 2013 niet de vereiste aangifte gedaan. Daarom wordt de bewijslast omgekeerd en verzwaard. X slaagt er vervolgens niet aan te tonen dat en in hoeverre de uitspraken op bezwaar onjuist zijn. De aanslagen ib/pvv en Zvw zijn volgens de rechtbank gebaseerd op een redelijke schatting. X heeft de juistheid van de gegevens, waaronder een door de inspecteur geschat resultaat uit overige werkzaamheden, niet bestreden. Het beroep tegen de aanslagen en verzuimboete is ongegrond.
Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming en Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e