Brief Staatssecretaris van Financiën, 25 april 2014 DGB/2014/2176 U
De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Keijzer en Omtzigt over de aftrekbaarheid van trapliften als specifieke zorgkosten. Hij stelt dat de traplift, die aangemerkt werd als ander (dan farmaceutisch) hulpmiddel, aftrekbaar was als uitgave voor de specifieke zorgkosten tot en met 2013. Vanaf 1 januari 2014 evenwel is een aantal hulpmiddelen van aftrek uitgesloten. Het gaat dan om hulpmiddelen waarvan zonder meer vaststaat dat daarvoor een aanvraag op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning gedaan kan worden. Het betreft de scootmobiel, de rolstoel en aanpassingen aan, in of om een woning, woonboot, woonwagen of aanhorigheid daarvan. De traplift hoort tot laatstgenoemde categorie, net zoals bijvoorbeeld een verlaagd aanrecht. Verder deelt hij mee dat bij uitgaven voor persoonsgebonden aftrekposten het kasstelsel van toepassing is. Het jaar van betalen is beslissend voor het recht op aftrek. Belastingplichtigen die eind 2013 een traplift gekocht hebben en deze in 2014 betaald hebben, kunnen bijgevolg deze kosten niet aftrekken. Volgens de staatssecretaris was de verandering van fiscale behandeling van de traplift voldoende kenbaar. Zo is die expliciet vermeld in de toelichting op de tweede nota van wijziging op het Belastingplan. Verder is op de website van de Belastingdienst op verschillende plaatsen gecommuniceerd over de veranderingen in de aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 29 april