Brief Minister van Financiën, 4 maart 2014 FM/2014/ 418 M
De Minister van Financiën heeft geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Van Ojik en Klaver over het wegsluizen van vermogen via een Nederlandse belastingroute. Hij deelt mee dat hij op grond van de geheimhoudingsverplichting van artikel 67 AWR geen informatie kan geven over individuele belastingplichtigen. Binnen de wettelijke mogelijkheden worden alle maatregelen genomen die dienstig en verantwoord zijn om het wegsluizen van mogelijk uit corruptie verkregen kapitaal uit de Oekraïne te voorkomen. Hij stelt dat kennis van de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende van cliënten uitgangspunt is in wetgeving ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme. Conform Europese wetgeving is onderzoek naar de identiteit van de uiteindelijk belanghebbenden wettelijk verplicht voor ondermeer banken en trustkantoren. De Nederlandse regulering van trustkantoren gaat nog verder: voor hen gelden bijvoorbeeld verdergaande verplichtingen inzake het achterhalen van herkomst en bestemming van middelen van rechtspersonen waaraan zij diensten verlenen. In verband met het borgen van privacy van betrokkenen is Nederland geen voorstander van een openbaar register van uiteindelijk belanghebbenden. Nederland sluit zich echter bij de aanbevelingen van de Financial Action Task Force aan. Die aanbevelingen schrijven voor dat bevoegde autoriteiten, in het bijzonder de opsporingsautoriteiten, snel toegang moeten hebben tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden. Dit kan gerealiseerd worden door middel van een register of op andere wijze. Publieke toegankelijkheid is niet aan de orde in deze internationaal overeengekomen aanbevelingen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 6 maart