Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X gebonden is aan de vaststellingsovereenkomst die hij met de Belastingdienst heeft gesloten.

Belanghebbende, X, is directeur en enig aandeelhouder van een tweetal bv's. Hij heeft een schuld in rekening-courant bij beide vennootschappen. Over onder meer deze schulden sluit X een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst. In geschil is de uitleg van deze vaststellingsovereenkomst.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X gebonden is aan de vaststellingsovereenkomst die hij met de Belastingdienst heeft gesloten. De rechtbank verwerpt de stelling van X dat een winstuitdeling slechts aan de orde kan zijn indien er voldoende winstreserves aanwezig zijn in de vennootschap, dus zonder rekening te houden met winstanticipatie. Deze uitleg verdraagt zich volgens de rechtbank niet met de duidelijke tekst van de vaststellingsovereenkomst. Nu de vaststellingsovereenkomst (onder meer) juist is gesloten ter voorkoming dan wel beëindiging van een geschil of onzekerheid ter zake van de fiscale behandeling van de geconstateerde onzakelijke transacties tussen X en de vennootschappen, had X redelijkerwijs moeten begrijpen dat in de vaststellingsovereenkomst is bedoeld om aan te sluiten bij het fiscaalrechtelijke uitdelingscriterium. Het beroep van X is wel gegrond omdat de Belastingdienst de winstuitdeling € 8 te hoog heeft vastgesteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 7 900

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 6 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen