Brief Staatssecretaris van Financiën van 17 februari 2015, nr. DGB/2015/489U
De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Bashir (SP) over de nieuwe btw-regels op het gebied van elektronische diensten. Allereerst merkt de staatssecretaris op dat de Belastingdienst zowel de term elektronische diensten als digitale diensten gebruikt. Daarmee bedoelt ze hetzelfde. Hij vervolgt met de mededeling dat tot 1 januari 2015 gold dat de plaats van dienstverlening voor telecommunicatiediensten, omroepdiensten en elektronische diensten aan consumenten daar is gelegen waar de leverancier van die dienst is gevestigd. Vanaf 1 januari 2015 evenwel geldt dat de plaats van dienst is gelegen daar waar de afnemende consument woont. Dit heeft tot gevolg dat in beginsel alle bedrijven die telecommunicatiediensten, omroepdiensten en elektronische diensten aanbieden, aangifte moeten doen in alle lidstaten waar hun diensten door niet-belastingplichtige consumenten worden afgenomen. Dit zou voor de desbetreffende bedrijven een toename van de administratieve lasten betekenen. Als oplossing hiervoor is de mini-one-stop-shop (MOSS) gecreëerd. Langs deze weg kan men in de eigen lidstaat langs digitale weg btw-aangifte doen en de verschuldigde btw betalen voor zulke diensten in andere EU-lidstaten. De nationale belastingdienst zorgt er vervolgens voor dat de andere EU-lidstaten de aldaar verschuldigde btw en de bijbehorende informatie uit de aangifte krijgen. De staatssecretaris stelt dat de wijziging van de plaats van dienst en de MOSS een specifieke en zeer beperkte groep ondernemingen raakt. Hij vindt dat dit maatvoering in de communicatie vereist. Met het oog op de doelgroep is vooral informatie via de internetsite van de Belastingdienst verschaft. Hij heeft geen signalen ontvangen dat de geboden informatie als onvoldoende wordt beschouwd.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën