Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op toepassing van de gehandicaptenvrijstelling van de erfbelasting. Hij wordt niet grotendeels op kosten van zijn moeder onderhouden.

X is volledig arbeidsongeschikt en is in 2014 in de WSNP terecht gekomen. Van zijn curator krijgt hij maandelijks € 250 ‘leefgeld’ en van zijn moeder jaarlijks € 4000. In verband met het overlijden van zijn moeder in 2017 stelt X dat de gehandicaptenvrijstelling van de erfbelasting van toepassing is. Daarbij stelt hij dat voor de vraag of zijn moeder hem grotendeels onderhield, alleen rekening mag worden gehouden met het leefgeld van de curator.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op toepassing van de gehandicaptenvrijstelling van de erfbelasting. Hij wordt niet grotendeels op kosten van zijn moeder onderhouden. Naast het leefgeld moet ook rekening worden gehouden met zijn inkomsten uit loondienst en WAO-uitkering. De curator betaalde namelijk, naast het uitgekeerde leefgeld, ook de woonlasten van X. De hypotheekrente bedroeg jaarlijks alleen al ruim € 10.000. Wanneer de woonlasten en het leefgeld worden opgeteld, zijn zij per jaar al zodanig hoog dat de bijdrage van zijn moeder van € 4000 per jaar niet vijftig procent of meer vormt van de kosten. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 32

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 juli

47

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen