Aan X nv zijn aanslagen grondbelasting 2017 en 2018 opgelegd van Afl. 1,6 mln voor haar hotelresort met casino. Het gehanteerde tarief is 0,4%. Op 31 mei 2019 wordt een aanslag grondbelasting opgelegd naar een tarief van 0,6%. De inspecteur stelt de waarde van het hotelresort, na het bezwaar van X nv, vervolgens vast op Afl. 275 mln. In geschil is of de inspecteur de aanslag 2019 kan opleggen naar het, na een wetswijziging aangepaste, tarief van 0,6%. Het Gerecht in eerste aanleg van Aruba stelt de waarde van het hotelresort in goede justitie vast op Afl. 250 mln. Verder merkt het Gerecht op dat de aanslagen grondbelasting 2017 - 2021 vóór 1 januari 2017 moeten worden vastgesteld voor het vijfjarig tijdvak 2017 - 2021 en dat navordering voor het jaar 2019 mogelijk is. Ten tijde van het vaststellen van de aanslag grondbelasting 2019 kon de inspecteur namelijk niet bekend zijn met de tariefsverhoging, het nieuwe feit. De (primitieve) aanslag grondbelasting 2019 kan worden geconverteerd in een navorderingsaanslag. X nv is het daar niet mee eens en stelt hoger beroep in. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba oordeelt dat de door het Gerecht vastgestelde waarde van het hotelresort van Afl. 250 mln correct is. Navordering is niet mogelijk omdat de inspecteur niet een tweede primitieve aanslag kan opleggen en omdat er geen sprake is van een nieuw feit, is conversie niet mogelijk. De aanslag grondbelasting 2019 was al opgelegd vóór 1 januari 2019, maar was nog niet bekend gemaakt aan X nv. Daarnaast bestaat geen grond voor navordering omdat de verschuldigde grondbelasting slechts Afl. 1,5 mln bedraagt (6% x Afl. 250 mln.), terwijl het te betalen bedrag vermeld op de vijf in 2017 vastgestelde en in de legger opgenomen aanslagen voor het tijdvak van 2017-2021 Afl. 1.600.811 bedroeg. De Minister van Financiën en Cultuur gaat in cassatie.
Advocaat-generaal IJzerman concludeert dat navordering van de grondbelasting niet mogelijk is. Er is door de waardeverlaging geen bedrag dat door middel van een in een navorderingsaanslag geconverteerde tweede aanslag zou kunnen worden nagevorderd. Deze tweede aanslag moet dan ook worden vernietigd. Daarnaast staat volgens de A-G aan navordering ook in de weg dat de invoering van een wet met terugwerkende kracht geen nieuw feit is in de zin van art. 16 AWR. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen overzeese Rijksdelen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)