X is enig aandeelhouder en directeur van A BV. A BV heeft een auto van de onderneming aan X ter beschikking gesteld, waarvoor in 2010 een verklaring geen privégebruik is aangevraagd en afgegeven. In het kader van een boekenonderzoek door de belastingdienst heeft X verschillende rittenadministraties en andere bewijsmiddelen aangeleverd, waaruit zou blijken dat in 2016 minder dan 500 privékilometers zijn gereden. De inspecteur is van oordeel dat de rittenadministratie inconsistent is en geen gedegen onderbouwing vormt van het daadwerkelijke aantal gemaakte kilometers voor privédoeleinden, en legt een naheffingsaanslag aan A BV op.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X onvoldoende heeft doen blijken dat hij de bedrijfsauto niet voor meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden heeft gebruikt. Doordat uit de overgeleverde bewijsstukken geen consistent beeld ontstaat van het aantal gemaakte kilometers dat is gemaakt, slaagt X niet in de op hem rustende bewijslast.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 20 december