De heer X werkt als timmerman in loondienst. Vanaf 2007 exploiteert X in zijn woning een hennepkwekerij, die in februari 2008 door de politie is ontmanteld. In april 2008 doet X zijn IB-aangifte over 2007. X geeft een deel van zijn looninkomsten en de hennepinkomsten in het geheel niet aan. In de strafrechtelijke procedure is het van X als beginnende kweker te ontnemen voordeel vastgesteld op € 262,05. Voor de hennepinkomsten gaat de inspecteur echter uit van ruim € 17.000. Rechtbank 's-Gravenhage stelt dat de schatting van de inspecteur niet redelijk is en gaat na aftrek van de ontneming uit van een belast voordeel van € 5.703. De vergrijpboete wordt beperkt tot 40% hiervan. Partijen gaan in hoger beroep.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de schatting van de inspecteur wel redelijk is, aangezien deze is gebaseerd op de standaardberekening wederrechtelijk verkregen voordeel bij hennepkwekerijen van het Openbaar Ministerie. Voorts houdt de inspecteur vanwege het illegale karakter van de inkomsten terecht geen rekening met de kosten. Aangezien slechts een deel van de verschuldigde belasting door opzet van X niet is geheven, zou de 50% boete ad € 1.630 passend zijn. Vanwege de omkering en verzwaring van de bewijslast, alsmede de uitsluiting van de kostenaftrek is er aanleiding de boete te matigen tot € 750. De beroepen van X en de inspecteur zijn deels gegrond.