Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de financiële situatie van belanghebbende een hogere verzuimboete rechtvaardigt.

X doet geen aangifte IB/PVV 2011 en ontvangt een ambtshalve aanslag met een verzuimboete van € 4920. Het was haar vijfde aangifteverzuim. Buiten de bezwaartermijn doet X alsnog aangifte. De aanslag wordt bij beschikking (ambtshalve) verminderd. De boete blijft staan. Wederom buiten de bezwaartermijn ageert X tegen de gehandhaafde verzuimboete. De inspecteur wijst het bezwaar/verzoek af. In beroep wordt de verzuimboete verminderd tot € 180. De inspecteur komt daartegen in hoger beroep op.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de ontvangst door X van de verminderingsbeschikking naar aanleiding van de alsnog gedane aangifte (waarin de opgelegde boete is gehandhaafd) niet heeft bewezen. Het daartegen ingediende bezwaarschrift was dan ook ontvankelijk. De boete wordt gelet op de financiële situatie van X, die vanaf 2011 in loondienst is, door het hof vastgesteld op € 2800 na vermindering met 20% wegens overschrijding van de redelijke behandeltermijn van de beroepszaak.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 45aa

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

19

Gerelateerde artikelen