Belanghebbende, X, gaat in verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch verklaart het verzet ongegrond zonder X te horen. De Hoge Raad oordeelt dat er sprake is van een vormverzuim nu niet blijkt dat het hof heeft afgewogen of de eisen van een behoorlijk proces nopen tot ambtshalve horen van X in diens verzet dat mede betrekking heeft op een boete (HR 1 maart 2013, nr. 12/04112, V-N 2013/12.9). De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X gegrond en verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden voor een verdere behandeling.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat X niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld. Het verzet van X is om die reden ongegrond. Het hoger beroepschrift heeft weliswaar een dagtekening die nog binnen de beroepstermijn ligt, maar is ter post bezorgd en door de griffier ontvangen buiten de termijn. Het hof verwerpt het betoog van X dat dit een afschrift betreft dat hij op verzoek van de griffier van het hof heeft opgestuurd omdat het originele en wel tijdige hoger beroepschrift niet compleet zou zijn. Het hof overweegt dat de gedingstukken geen aanknopingspunten bieden voor de aannemelijkheid van deze stelling. Verder heeft X door niet te verschijnen op de zitting de mogelijkheid om nader bewijs te leveren van zijn stelling voorbij laten gaan. Van een verschoonbare termijnoverschrijding ten slotte is geen sprake.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 19 februari