X is eigenaar van een woning met een inhoud van 450 m³ die is gelegen op een perceel van 386 m². De woning beschikt over een aangebouwde garage van 110 m². X bepleit een verlaging van de WOZ-waarde 2011 van € 460.000 tot € 446.000. X stelt dat de WOZ-waarden van de belendende woningen met een hoger percentage zijn gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar dan de WOZ-waarde van zijn woning. Dit is in strijd met de meerderheidsregel, aldus X.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de verschillen tussen de woning van X en de buurwoningen te groot zijn om een succesvol beroep te kunnen doen op de zogeheten meerderheidsregel. Een beroep op de meerderheidsregel kan slechts slagen wanneer minimaal twee identieke objecten lager zijn gewaardeerd. Onder identieke objecten moeten worden verstaan objecten waarvan de verschillen verwaarloosbaar klein zijn (HR 8 juli 2005, nr. 39.953, V-N 2005/37.29). In dit geval wijken de buurwoningen op drie punten af van de woning van X, namelijk qua perceelsgrootte, wijze van schakeling en ligging. Van identieke objecten is dan geen sprake. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 19 februari