Belanghebbende, X, woont in 2006 in Nederland. Van 1 januari tot en met 31 augustus 2006 is X als zogeheten rijnvarende in dienst bij een in Luxemburg gevestigde vennootschap en betaalt hij in Luxemburg premies sociale verzekeringen. In geschil is de ontvankelijkheid van het bezwaar van X tegen de aanslag IB/PVV 2006 en de premieplicht van X voor de volksverzekeringen.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de inspecteur onzorgvuldig heeft gehandeld door de advocaat van X niet te berichten dat hij aan X de onderhavige aanslag heeft opgelegd. Dit had volgens het hof wel gemoeten, gelet op de correspondentie die er is geweest tussen de inspecteur en de advocaat. Het hof verklaart het bezwaar van X alsnog ontvankelijk. Inhoudelijk oordeelt het hof vervolgens dat X in 2006 premieplichtig was voor de volksverzekeringen. Het schip waarop X zijn beroepsarbeid verricht behoort tot een in Nederland zetel houdende onderneming, zodat X in Nederland premieplichtig is. De inspecteur handelt niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel door te besluiten dat X in Nederland premieplichtig was voor de volksverzekeringen.