Belanghebbenden verzoeken om ambtshalve vermindering van de aanslagen IB/PVV 2008 en 2009 in verband met onderhoudskosten van een monumentenpand.
De Nationale ombudsman oordeelt dat de Belastingdienst ten onrechte weigert ambtshalve vermindering te verlenen aan eigenaren van monumentenpanden. Eerder kwam de ombudsman al tot een vergelijkbaar oordeel (rapport van 12 juni 2014, nr. 2014/059, V-N 2014/43.5). De Belastingdienst weigert voor de aftrek van onderhoudskosten terug te komen op oude jaren omdat ‘nieuwe jurisprudentie' geen reden kan zijn voor ambtshalve vermindering. Tijdens het onderzoek is de ombudsman niet gebleken dat het gaat om rechterlijke uitspraken waarin een interpretatie wordt gegeven van een bepaling in de belastingwetgeving die nieuwe elementen bevat en die consequenties heeft voor de handelwijze van de Belastingdienst tot dan toe. Met name de uitspraak van Hof 's-Gravenhage van 24 juli 2012, nr. 11/00633, V-N Vandaag 2012/2172) is geen ‘nieuwe jurisprudentie', volgens de ombudsman die concludeert dat er geen reden is voor de Belastingdienst om niet tegemoet te komen aan het verzoek om ambtshalve vermindering van belanghebbenden voor de jaren 2008 en/of 2009.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.31
Algemene wet inzake rijksbelastingen 65