Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belastingen en heffingen van lagere overheden en omzetbelasting niet worden gezien als verplichte bijdragen voor giftenaftrek.

X brengt in de aangifte IB/PVV 2015 €19.019 aan giften in aftrek. In de beroepsfase stelt X dit bij naar €21.239, waarvan €17.775 aan periodieke giften en €3464 aan overige giften. De €17.775 betreft belastingen en heffingen van lagere overheidsorganen, de €3464 bestaat bijna volledig uit omzetbelasting. De inspecteur corrigeert de giftenaftrek naar nihil. X gaat in beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen sprake is van een gift. Er is geen sprake van vrijgevigheid. Wel bestaat er een verplichte bijdrage waar geen directe tegenprestatie tegenover staat. Uit de parlementaire geschiedenis van de voorganger van art. 6.33 letter a Wet IB 2001 is af te leiden dat de wetgever met het begrip verplichte bijdragen geen belastingen heeft bedoeld. Deze uitleg krijgt voorrang boven de grammaticale interpretatie van belanghebbende. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen