Hof 's-Hertogenbosch beslist dat de aan X in rekening gebrachte belastingrente in overeenstemming met de wet is berekend. Het hof is niet bevoegd om op grond van redelijkheid en billijkheid een juiste wetstoepassing achterwege te laten.

Aan X wordt een voorlopige aanslag voor het jaar 2013 opgelegd voor een te betalen bedrag van € 5917. Dagtekening van de aanslag is 31 januari 2013. Met dagtekening 30 april 2015 is aan X de definitieve aanslag ib/pvv 2013 opgelegd naar een belastbaar inkomen van nihil. De voorlopige aanslag is daarbij verrekend en de bij de voorlopige aanslag betaalde belasting is teruggegeven. Naar aanleiding van een in mei 2015 ingediende herziene aangifte wordt een navorderingsaanslag ib/pvv 2013 opgelegd. Daarbij wordt een bedrag van € 282 aan belastingrente in rekening gebracht. In hoger beroep is deze belastingrente in geschil. X stelt dat de wettelijke regeling onredelijk uitwerkt omdat het bedrag van de voorlopige aanslag van € 5917 van 1 december 2013 tot 30 april 2015 ter beschikking van de Belastingdienst heeft gestaan. Dit heeft voor de Belastingdienst tot rente-inkomsten geleid.

Volgens Hof 's-Hertogenbosch is het bedrag van de aan X in rekening gebrachte belastingrente in overeenstemming met de wet berekend. De wet biedt niet de mogelijkheid om belastingrente te verminderen of anderszins te compenseren omdat de op de voorlopige aanslag betaalde belasting gedurende een periode ter beschikking van de Belastingdienst heeft gestaan. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 9

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fc

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 23 augustus

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen