X is het niet eens met een aanslag leges omgevingsvergunning van € 620.000.
Hof Amsterdam oordeelt dat ook na de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de toetsing aan de opbrengstlimiet bij leges omgevingsvergunningen moet plaatsvinden op het niveau van de legesverordening als geheel (zie HR 15 februari 2015, nr. 14/00655, V-N 2015/11.18). De omstandigheid dat de heffingsambtenaar in eerste aanleg eveneens is uitgegaan van de andersluidende onjuiste rechtsopvatting van de rechtbank, kan niet worden aangemerkt als het uitdrukkelijk en ondubbelzinnig prijsgeven van een eerder ingenomen, andersluidend standpunt (reeds omdat van een eerder ingenomen, afwijkend standpunt geen sprake is geweest). De gemeente heeft de opbrengsten en de lasten ter zake in redelijkheid op de desbetreffende bedragen kunnen ramen. Aan het enkele feit dat de verschuldigde leges een bepaald percentage van de (geschatte) bouwsom uitmaken, kan niet de gevolgtrekking worden verbonden dat er sprake is van een willekeurige en onredelijke belastingheffing die het tarief onverbindend doet zijn. Tussen de hoogte van de geheven leges en de omvang van de door de gemeente in dit concrete geval verstrekte diensten of gemaakte kosten is geen rechtstreeks verband vereist. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 4 juni