Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen schuld als passiefpost kan opvoeren. De totstandkoming van de fusie is namelijk afhankelijk van diverse toekomstige onzekere gebeurtenissen die niet binnen de invloedssfeer van partijen liggen.

A nv is de rechtsvoorganger van belanghebbende, X. In 2015 sluit A nv een fusieovereenkomst met B en C, twee rechtspersonen uit Delaware (USA). Op basis van deze overeenkomst verwerft A nv (indirect) de aandelen in B via een juridische (driehoeks)fusie naar het recht van de staat New York. Daarbij fuseert C eerst met B en ontvangen de oorspronkelijke aandeelhouders van B een bedrag in contanten, als de fusie doorgaat. De aandeelhouder van C, een concernvennootschap, ontvangt de aandelen in B. De fusie vindt vervolgens plaats in 2016. In geschil is of voor de betalingsverplichting een passiefpost (schuld of voorziening) kan worden gevormd. X stelt zich daarbij op het standpunt dat A nv, bij ondertekening van de overeenkomst, de betalingsverplichting op zich heeft genomen voor een recht op levering dat toekomt aan C, hetgeen resulteert in een bevoordeling.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen schuld als passiefpost kan opvoeren. De totstandkoming van de fusie is namelijk afhankelijk van diverse toekomstige onzekere gebeurtenissen die niet binnen de invloedssfeer van partijen liggen. De verbintenis is dan aangegaan onder opschortende voorwaarden. Dit geldt ook voor de betalingsverplichting. De betalingsverplichting moet dan ook, totdat aan de opschortende voorwaarden is voldaan, worden aangemerkt als een toekomstige schuld. Deze is (nog) niet juridisch afdwingbaar en mag daarom niet worden gepassiveerd. Ook kan X geen voorziening vormen. De door A nv te verrichten betaling resulteert namelijk niet in een kostenpost. Het betreft dan niet een bedrag dat ten laste van de winst zal komen. Volgens de rechtbank moet activering plaatsvinden door de betaling toe te voegen aan de kostprijs van de deelneming. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

28

Gerelateerde artikelen