Belanghebbende, X, werkt als personal trainer op diverse sportscholen en geeft daarnaast kickbox- en thaiboxlessen. De inspecteur geeft aan X een VAR-ROW af, terwijl X om een VAR-WUO heeft gevraagd.
Rechtbank Arnhem stelt voorop dat op X de bewijslast rust om aannemelijk te maken dat er sprake is van winst uit onderneming. Bij de beoordeling of hiervan sprake is, dient volgens de rechtbank ook acht te worden geslagen op (gewijzigde) feiten en omstandigheden die betrekking hebben op de periode na indiening van het formulier ‘Aanvraag verklaring arbeidsrelatie'. Verder dient in ogenschouw te worden genomen dat X een starter is. De rechtbank oordeelt dat X aannemelijk maakt dat er sprake is van winst uit onderneming. X bezit voldoende zelfstandigheid ten opzichte van zijn opdrachtgevers en maakt aannemelijk dat hij streeft naar continuïteit door het verkrijgen van verschillende opdrachten. Ook maakt X voldoende aannemelijk dat hij ondernemers- en debiteurenrisico loopt. Tot slot loopt X risico ten aanzien van ziekte en/of invaliditeit. Dat X niet of nauwelijks investeringen doet, staat - gelet op de aard van de werkzaamheden - aan het ondernemerschap niet in de weg omdat dit inherent is aan de aard van zijn werkzaamheden. X kan gebruikmaken van alle in de sportscholen aanwezige materialen en toestellen zodat investeringen op dat vlak niet voor de hand liggen. X geeft verder voldoende bekendheid naar buiten voor zijn werkzaamheden door te communiceren via de websites van de sportscholen waar hij werkt, middels visitekaartjes, via mond-tot-mondreclame en vooral via Facebook. Op grond van alle feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat X als ondernemer dient te worden aangemerkt, dat de VAR-ROW moet worden vernietigd en dat de man recht heeft op een VAR-WUO.