Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbende de voor zijn vrouw en kinderen betaalde alimentatie niet in aftrek mag brengen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende (X) heeft de Nederlandse nationaliteit en woont op Cyprus. In 2007 ontvangt hij een pensioen uit Nederland van € 38.201. In zijn IB-aangifte kiest belanghebbende niet voor toepassing van de regels voor binnenlands belastingplichtigen. Belanghebbende is van mening dat hij de betaalde alimentatie voor zijn vrouw en kinderen in aftrek mag brengen. De inspecteur is het daar echter niet mee eens.

Hof 's-Hertogenbosch (MK II, 18 maart 2011, 10/00620, V-N 2011/37.1.3) oordeelt dat belanghebbende de voor zijn vrouw en kinderen betaalde alimentatie niet in aftrek mag brengen. Volgens het hof geniet belanghebbende namelijk niet nagenoeg zijn volledige positieve inkomen in Nederland, zodat hij geen aanspraak kan maken op inwonerbehandeling in Nederland. Het hof verwijst daarbij naar de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU (HvJ EU). Belanghebbendes hoger beroep wordt ongegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

 

Lees ook het thema over de Buitenlandse belastingplicht in de inkomstenbelasting.

 

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

0

Gerelateerde artikelen