X bv exploiteert verschillende bosparken, chaletparken en campings. Naast de huur voor de chalets die zij ontvangt, ontvangt X bv ook een bijdrage van parkrecreanten die een chalet in eigendom hebben. Aan zowel de huurders als de eigenaren brengt X bv € 1,25 per m³ water in rekening in verband met de aan haar in rekening gebrachte zuiveringsheffing. In geschil is of over het doorberekende bedrag aan zuiveringsheffing BTW moet worden berekend. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat geen sprake is van het uitoefenen van het verhaalsrecht op de voet van de Waterschapswet. Het gelijk is aan de inspecteur. X bv gaat in cassatie en stelt dat het doorberekenen van de zuiveringsheffing niet met BTW belast hoort te worden, omdat deze doorberekening niet de vergoeding is voor een belastbare prestatie.
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat geen sprake is van een doorlopende post, omdat X bv de heffing zelf is verschuldigd. De doorberekende zuiveringsheffing is onderdeel van de tegenprestatie die X bv ontvangt voor de prestatie die zij aan de recreanten verleent, zodat deze tot de maatstaf van heffing van die prestatie behoort. De A-G adviseert de Hoge Raad om het beroep in cassatie van X bv ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 4
Wet op de omzetbelasting 1968 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)