Belanghebbende, een akkerbouw bv, verkoopt in juli 2006 aan Bureau Beheer Landbouwbedrijven (BBL) voor € 1 miljoen een perceel cultuurgrond van ruim 10 hectare (ofwel voor € 9,18 per m2). De grond is gelegen in een vestigingszone voor glastuinbouwbedrijven. In de aanloop naar een schriftelijke overeenkomst schrijft de BBL aan de bv dat de schadeloosstelling moet worden gesplitst in een kale grondprijs (€ 872.000) en een aanvullende schadeloosstelling (€ 128.000). De notariële akte vermeldt een koopprijs van € 872.000 (ofwel € 8 per m2). Als de inspecteur weigert voor een bedrag van € 128.000 de landbouwvrijstelling toe te passen, gaat de bv in beroep.
Anders dan de rechtbank, verklaart Hof 's-Hertogenbosch het beroep van X gegrond. Volgens het hof maakt de bv aannemelijk dat de waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming (WEVAB) gelijk is aan de waarde in het economisch verkeer (WEV) en gelijk aan het bedrag van de overeengekomen vergoeding van € 1 miljoen, zodat de gerealiseerde boekwinst bij verkoop geheel onder de landbouwvrijstelling valt. Hoewel de notariële akte van levering een prijs vermeldt van € 872.000, acht het hof de verklaring van de bv geloofwaardig dat de overeengekomen prijs in werkelijkheid € 1 miljoen bedraagt en dat de in de notariële akte van levering opgenomen splitsing louter voortkomt uit de wens van BBL om jegens alle verkopers dezelfde prijs per m² van € 8 te hanteren. Bovendien heeft de bv nooit expliciet met de aangebrachte splitsing ingestemd en is van vergoeding van schade of verkoopkosten geen sprake.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 13 februari