Belanghebbende, X, is op 1 januari 2012 gebruiker van een tot winkel dienende onroerende zaak, gelegen in een door de gemeente Den Haag aangewezen gebied (de Bedrijven Investeringszone, oftewel BI-zone) waarbinnen een gemeentelijke BIZ-bijdrage wordt geheven. Hof Den Haag verklaart de verordening BIZ-bijdrage Hofkwartier onverbindend omdat de activiteiten waarvan de kosten uit de opbrengst van de BIZ-bijdrage worden bestreden niet voldoen aan het publiekbelangvereiste.
Advocaat-generaal IJzerman volgt het oordeel van het hof dat bij de activiteiten waarvan de kosten uit de opbrengst van de BIZ-bijdrage worden bestreden, in aanmerkelijke mate sprake is van activiteiten die niet voldoen aan het publiekbelangvereiste. Het hof heeft over de activiteiten ‘kerstverlichting', ‘aanschaf extra kerstverlichting', ‘evenementen' en ‘onderhoud website' geoordeeld dat deze eerst en vooral zijn gericht op de promotie van de in de BIZ-zone gevestigde winkels en horecagelegenheden in de donkere dagen van het jaar. Mede op basis daarvan komt het hof tot het oordeel dat zij hooguit zijdelings verband houden met het publieke belang in de openbare ruimte. Mitsdien voldoen deze activiteiten niet aan het publiekbelangvereiste. Deze beoordelingen van het hof lijken de A-G verweven met feitelijke beoordelingen en in lijn met de wetsgeschiedenis van de Experimentenwet. De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van de gemeente ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)