Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het aan (voorwaardelijk) opzet van de heer X is te wijten dat te weinig btw is betaald. De boete van € 5.000 is terecht.

De heer X exploiteert een eenmanszaak. In de periode 2010 tot en met het eerste kwartaal 2015 is geen omzet behaald met die onderneming. Desondanks trekt hij vanaf 2012 wel steeds voorbelasting af. X verkeerde namelijk in de veronderstelling dat hij te ontvangen belastingbedragen van verschillende belastingsoorten met elkaar kon verrekenen, omdat de Belastingdienst ook mag verrekenen. Na een boekenonderzoek volgt een naheffingsaanslag van € 29.770 en is een vergrijpboete van € 5.000 opgelegd. In geschil is of de boete terecht is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het aan (voorwaardelijk) opzet van X is te wijten dat te weinig btw is betaald. Door de onjuiste aangiften is namelijk willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat te weinig btw wordt geheven. De 50% boete is door de inspecteur gematigd tot € 5.000 vanwege de financiële omstandigheden van X. Er is geen reden om de boete verder te matigen. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 2 augustus

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen