Hof Den Haag oordeelt dat X vof niet aannemelijk maakt dat het enige verschil tussen de referentievoertuigen en de onderhavige auto de CO2-uitstoot is en dat dit uitsluitend het gevolg is van een verschil in meetmethode.
X vof doet BPM-aangifte voor een Ford Kuga 1.5 Ecoboost ST Line met datum eerste toelating van 4 juli 2018. Conform de typegoedkeuring is een CO2-uitstoot gehanteerd van 176 gram per km (NEDC 2 methode). Volgens X vof is bij soortgelijke Ford Kuga’s een uitstoot gehanteerd van 143 (oude NEDC1 methode). Rechtbank Den Haag oordeelt dat de verschuldigde BPM gebaseerd moet worden op de oude lagere CO2-uitstoot, ondanks dat de onderhavige auto inmiddels een nieuw typegoedkeuringsnummer heeft. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat X vof niet aannemelijk maakt dat het enige verschil tussen de referentievoertuigen en de onderhavige auto de CO2-uitstoot is en dat dit uitsluitend het gevolg is van een verschil in meetmethode. Twee gebruikte auto’s van hetzelfde merk en type die op dezelfde datum voor het eerst in gebruik zijn genomen, zijn niet noodzakelijk gelijksoortig, bijvoorbeeld wegens een verschil in slijtage (zie HvJ EU 19 december 2013, C-437/12, V-N 2014/2.18). De uitlatingen van de Staatssecretaris van Financiën bij de invoering van de nieuwe methode zien op het macroniveau. X kan daar dus geen vertrouwen aan ontlenen. Het beroep van de inspecteur is gegrond. X vof krijgt voor de procedure in eerste aanleg wel alsnog een proceskostenvergoeding op basis van het hoge forfait. Haar incidentele hoger beroep is gegrond. Voor het hoger beroep krijgt zij een proceskostenvergoeding van € 837 (wegingsfactor 0,5).
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 25 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag