Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de brief van de gemachtigde van X bv van 24 mei 2013 aan de Belastingdienst niet is aan te merken als een beroepschrift dat de Belastingdienst had moeten doorsturen naar de rechtbank. Nu het beroep van X van 3 juli 2012 te laat is ingediend, is de conclusie dat het beroep van X bv niet-ontvankelijk is wegens termijnoverschrijding.

Belanghebbende, X bv, maakt bezwaar tegen een aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2007. Per uitspraak met dagtekening 14 mei 2012 verklaart de inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk. In geschil is of X bv tijdig beroep heeft ingesteld. Tot de stukken behoort een brief van de gemachtigde van X bv van 24 mei 2013 aan de Belastingdienst.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de brief van de gemachtigde van X bv van 24 mei 2013 aan de Belastingdienst niet is aan te merken als een beroepschrift dat de Belastingdienst met toepassing van art. 6:15 Awb had moeten doorsturen naar de rechtbank. Uit de bewoordingen van deze brief valt niet op te maken dat X bv heeft bedoeld daarmee beroep in te stellen tegen de uitspraak op bezwaar. Nu het beroep van X van 3 juli 2012 te laat is ingediend, is de conclusie dat het beroep van X bv niet-ontvankelijk is wegens termijnoverschrijding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Algemene wet bestuursrecht 6:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 6 september

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen