X bv koopt auto’s van leasemaatschappijen en verkoopt deze onder andere aan buitenlandse kopers tegen grote sommen contant geld. Het betreft kopers uit Roemenië, Slowakije en Hongarije. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat X bv betrokken is bij BTW-fraude en dat zij bij de intracommunautaire leveringen van de auto’s ten onrechte het nihiltarief heeft toegepast. De inspecteur legt daarom BTW-naheffingsaanslagen op aan X bv. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv ten onrechte het nihiltarief heeft toegepast bij de intracommunautaire leveringen van de auto’s. X bv had in ieder geval moeten weten dat zij handelde met afnemers die betrokken waren bij BTW-fraude.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv zich schuldig heeft gemaakt aan fraude. Met haar handelen heeft zij namelijk opzettelijk bewijs gemanipuleerd en valse verklaringen gegeven en daarmee de bestemming van de auto’s verhuld. Het nihiltarief is ten onrechte toegepast bij de intracommunautaire leveringen van de auto’s. Verder verwerpt het hof ook de stelling van X bv dat zij een bedachtzame marktdeelnemer is. Uit de door X bv overgelegde gegevens blijkt in het geheel niet dat zij zelf de identiteit van haar afnemers heeft geverifieerd en vastgelegd en dat regelmatig sprake was van contact met de gestelde afnemers. Hetgeen X bv stelt is volgens het hof ongeloofwaardig. Door te handelen zoals X bv heeft gedaan, is de identiteit van haar afnemers verborgen gebleven. Met uitzondering van de omvang van de vermindering van de boetes, bevestigt het hof de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 Tab II-A
Wet op de omzetbelasting 1968 9