X exploiteert een fiscaal advieskantoor. De feitelijke werkzaamheden bestaan uit budgetbeheer, budgetbegeleiding en budgetadvisering, al dan niet met gebruikmaking van de instrumenten beschermingsbewind of curatele. De cliënten van X zijn niet in staat om zelfstandig hun financiën te beheren. X is van mening dat zijn diensten zijn vrijgesteld van btw. De inspecteur is echter van mening dat btw is verschuldigd, en legt een btw-naheffingsaanslag op aan X.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat niet alleen hulp bij het oplossen van problematische schulden onder schuldhulpverlening valt, maar ook hulp bij het voorkomen daarvan. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de diensten van X kwalificeren als schuldpreventie. De rechtbank overweegt daarbij dat de klantenkring van X volledig bestaat uit personen met een zodanige verstandelijke beperking dat zij eenvoudigweg niet in staat zijn hun eigen financiële huishouding naar behoren te voeren. Verder merkt de rechtbank op dat de cliënten zonder de diensten van X vrijwel zeker schulden zouden doen ontstaan, terwijl zij bovendien niet in staat zouden zijn om te voorkomen dat die schulden op enig moment problematische vormen zouden gaan aannemen. De budgetdiensten die X verricht aan verstandelijk beperkte cliënten zijn volgens de rechtbank dan ook volledig vrijgesteld van btw op grond van art. 11 lid 1 onderdeel f Wet OB 1968 en post b.33 van Bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit OB. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslagen.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 Bijlage B post b.33
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 13 november