X, een in Duitsland gevestigde ondernemer zonder vaste inrichting in Nederland, oefent doorgaans in Duitsland zijn ondernemersactiviteiten uit. In 2008 verricht X ook leveringen in Nederland. Hij doet in zijn btw-aangifte een beroep op de kleine ondernemersregeling in de btw (hierna: KOR). In geschil is of X recht heeft op toepassing van de KOR.
Rechtbank Breda is van oordeel dat dit niet het geval is. De rechtbank baseert zijn oordeel op het arrest Schmelz van het Hof van Justitie EU. Daarin wordt gerechtvaardigd dat de KOR enkel van toepassing is op kleine ondernemingen die zijn gevestigd op het grondgebied van de lidstaat waar btw is verschuldigd. Ook al vermeldt de toelichting bij de aangifteformulieren niet dat de KOR enkel voor in Nederland gevestigde ondernemers van toepassing is, is geen sprake van opgewekt vertrouwen, omdat de toelichting bij de aangifte algemene informatie met een voorlichtend karakter betreft.