Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X niet aannemelijk maakt dat de burn-out zo ernstig en zo langdurig is geweest dat hij redelijkerwijs niet in staat was om het beroepschrift eerder in te dienen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Aan de heer X is op 8 juli 2011 een IB-aanslag opgelegd. In geschil is de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift dat de inspecteur op 30 september 2011 heeft ontvangen. De inspecteur verklaart het bezwaar op 9 december 2011 wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Het beroep hiertegen is pas op 25 april 2013 door de rechtbank ontvangen. Volgens Rechtbank Gelderland is het beroep daarom ook niet-ontvankelijk. X stelt in hoger beroep dat de te late indiening van het beroep was te wijten aan een burn-out die hij heeft gehad.

Hof Arnhem-Leeuwarden (EK IX, 19 augustus 2014, 14/00182, V-N Vandaag 2014/1742) oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de burn-out zo ernstig en zo langdurig is geweest dat hij redelijkerwijs niet in staat was om het beroep eerder in te dienen. X heeft namelijk tegenover de betwisting van de burn-out door de inspecteur ter zake geen bewijs bijgebracht. X klaagt ook vergeefs over het feit dat de rechtbank niet heeft gereageerd op zijn verzoek om de zitting uit te stellen. Uit het faxrapport van de rechtbank blijkt namelijk dat de per fax gestuurd afwijzing van het verzoek op het door X opgegeven faxnummer is ontvangen. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 7 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen