Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de kansspelbelasting niet is aan te merken als een belasting naar het inkomen. Het belastingverdrag met Oostenrijk is niet van toepassing op de heffing van kansspelbelasting.

Belanghebbende, X GmbH, is in Oostenrijk gevestigd en stelt een kansspelautomaat ter beschikking aan A bv. A bv plaatst de kansspelautomaat in een Nederlandse horecagelegenheid. In geschil is of X GmbH kansspelbelasting is verschuldigd in verband met het ter beschikking stellen van een kansspelautomaat. X beroept zich op het belastingverdrag met Oostenrijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de kansspelbelasting niet is aan te merken als een belasting naar het inkomen in de zin van art. 2 belastingverdrag Nederland-Oostenrijk. Volgens de rechtbank is er sprake van een heffing naar de omzet welke door een derde wordt gegenereerd en is het belastingverdrag niet van toepassing op de heffing van kansspelbelasting. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de kansspelbelasting 1 + 30h

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Kansspelbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 7 mei

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen