X is eigenaar van een tussenherenhuis in de gemeente Rijswijk. Hij bepleit verlaging van de WOZ-waarde 2013 van deze woning van € 557.000 naar € 442.000.
Hof Den Haag (MK I, 3 december 2014, BK-14/00112, V-N Vandaag 2014/2640) oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde van het tussenherenhuis van X niet op een te hoog bedrag heeft vastgesteld. Dit blijkt uit het taxatierapport van de heffingsambtenaar en de daarbij gevoegde matrix. X maakt niet aannemelijk dat de aftrekpost van € 50.000 in verband met de mindere onderhoudsstaat van de woning van X te laag is. Het door X overgelegde taxatierapport, waarin gebruik is gemaakt van de zogeheten ‘KOLDU score', brengt het hof niet op andere gedachten over de juistheid van de WOZ-waarde. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17