Belanghebbende, X, exploiteert een coffeeshop. Na een boekenonderzoek corrigeert de inspecteur de omzet op basis van een brutowinstpercentage van 100 en legt hij navorderingsaanslagen IB over 2005 t/m 2007 op plus boeten van 50% wegens schending van de administratieplicht. X weigert haar inkoopadministratie ter inzage te verstrekken. Als rechtbank Leeuwarden de navorderingsaanslagen vermindert en de boeten vernietigt, gaat X in hoger beroep en stelt de inspecteur incidenteel hoger beroep in.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de bij X aanwezige inkoopadministratie kwalificeert als wilsonafhankelijk materiaal als bedoeld in een arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2013. Dat de inspecteur hierover niet buiten de wil van X kan beschikken verandert hier niets aan; X moet de volledige inkoopadministratie aan de inspecteur overleggen. Nu X dit weigert, voldoet X niet aan haar informatieverplichting. X belet de inspecteur om zelfstandig te controleren of er sprake is van een sluitende goederenbeweging. Het hof is van mening dat de schending van deze verplichting zodanig is, dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. Gegeven is dat de rechtbank de brutowinstcorrecties vermindert, het brutowinstpercentage van 100 handhaaft en de inspecteur hierin berust. Het hof vindt de schatting van de inspecteur daarom redelijk. Het hof oordeelt tot slot dat de rechtbank de boeten terecht heeft vernietigd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart zowel het hoger beroep van X als het incidenteel hoger beroep van de inspecteur ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e