De heffingsambtenaar van het gemeenschappelijke belastingkantoor Locosensus-Tricijn legt aan belanghebbende, X, met dagtekening 26 juli 2011 een aanslag zuiveringsheffing op. X heeft de aanslag reeds op 19 juli 2011 ontvangen. Op 13 september 2011 faxt X het aanslagbiljet naar zijn gemachtigde die op 22 september 2011 bezwaar maakt tegen de aanslag. In geschil is de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar het bezwaar van X terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk heeft verklaard. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. De heffingsambtenaar was niet verplicht het aanslagbiljet te sturen naar de gemachtigde van X, nu een verzoek hiertoe ontbrak (zie HR 5 maart 2004, nr. 39.245, BNB 2004/200). De brief van de gemachtigde van 22 juli 2011 waarin dit verzoek wel is vervat, is door de heffingsambtenaar pas ontvangen na de daadwerkelijke vaststelling van de aanslag op (uiterlijk) 19 juli 2011. De ontvangst van deze brief hoefde voor de heffingsambtenaar ook geen aanleiding te zijn om alsnog een kopie van het aanslagbiljet te sturen naar de gemachtigde van X. Het hof hecht verder geen belang aan het feit dat de gemachtigde al per e-mail van 11 juli 2011 de volmacht had aangekondigd.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:17
Algemene wet bestuursrecht 6:11