X, buitenlands belastingplichtige, is eigenaar van vier in Nederland gelegen onroerende zaken. Hij heeft in zijn aangifte over 2007 een totale waarde in box 3 aangegeven van € 1.110.731 per 1 januari 2007 en een waarde van € 1.176.500 per 31 december 2007. In juli 2007 is conservatoir beslag gelegd op de onroerende zaken in verband met twee ontnemingsvorderingen tot een totaalbedrag van € 3.900.000. De ontnemingsvorderingen staan nog niet onherroepelijk vast. In geschil is of het conservatoir beslag ertoe leidt dat de rendementsgrondslag aan het begin en het einde van het jaar nihil is.
Rechtbank Breda oordeelt dat de rendementsgrondslag aan het begin en het einde van het jaar juist is vastgesteld. Omdat er per 1 januari 2007 nog geen beslag was gelegd, is X' standpunt in zoverre onjuist. Voorts heeft conservatoir beslag geen invloed op de objectieve waarde van de onroerende zaken. Voor het in aanmerking nemen van een schuld ter grootte van de ontnemingsvorderingen bestaat geen grond. Deze vordering stond in 2007 immers (nog) niet onherroepelijk vast. X' beroep is ongegrond.