De Hoge Raad oordeelt dat het hof zonder miskenning van het recht aan het correctiebeleid de uitleg kan geven dat – behoudens kwade trouw of repeterende onjuistheden – een navorderingsaanslag van minder dan € 450 niet wordt opgelegd, ook als de inkomenscorrectie meer is dan € 1000.
Aan X is een navorderingsaanslag in de IB-sfeer opgelegd van (na vermindering) € 223. Niet in geschil is dat de inkomenscorrectie meer is dan € 1000 en dat geen sprake is van kwade trouw of repeterende onjuistheden. Volgens Hof Den Haag mag een dergelijke aanslag van minder dan € 450 niet worden opgelegd, ook al is de inkomenscorrectie meer dan € 1000. Dit strookt met een redelijke uitleg van de zinsnede ‘€ 450 (c.q. € 1000 inkomen)’ in de niet gepubliceerde Notitie correctiebeleid 30 maart 2011 (zie HR 26 juni 2020, 19/05091, V-N 2020/31.18). De Staatssecretaris van Financiën stelt in cassatie dat de uitleg moet zijn ‘een inkomenscorrectie van minimaal € 1000, die voor de inkomstenbelasting ongeveer overeenkomt met € 450 belasting’.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof zonder miskenning van het recht aan het correctiebeleid de uitleg kan geven dat – behoudens kwade trouw of repeterende onjuistheden – een navorderingsaanslag van minder dan € 450 niet wordt opgelegd, ook als de inkomenscorrectie meer is dan € 1000. Het hof is er terecht vanuit gegaan dat niet duidelijk is wat wordt bedoeld met de tussen haakjes geplaatste woorden ‘c.q. € 1000 inkomen’. Het beroep van de Staatssecretaris is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 15 november