Hof Arnhem oordeelt dat van het resterende bedrag van € 2.414 nog € 250 aftrekbaar is als premie die verband houdt met het invaliditeitspensioen.

Belanghebbende maakt – na de beëindiging van zijn dienstbetrekking met D bv – gebruik van de mogelijkheid om de deelneming aan het pensioenfonds van D bv voort te zetten. In 2003 betaalt belanghebbende € 7.141 aan het pensioenfonds. Hiervan neemt de inspecteur € 4.727 in aanmerking als negatief loon. Volgens belanghebbende is het restant ook aftrekbaar. Rechtbank Breda oordeelt dat de vrijwillig betaalde pensioenpremie moet worden aangemerkt als een aftrekbare lijfrentepremie. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de vrijwillig betaalde pensioenpremie moet worden aangemerkt als negatief loon. Volgens het hof is er namelijk sprake van voldoende causaal verband met de vroegere dienstbetrekking, omdat belanghebbende de pensioenregeling bij het pensioenfonds vrijwillig heeft kunnen voortzetten vanwege zijn tot 1 augustus 2000 bij D bv vervulde dienstbetrekking. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad (26 november 2010, nr. 09/04697, V-N 2010/62.14) oordeelt dat de premie die belanghebbende voor zijn voortgezette deelname aan de pensioenverzekering betaalt onvoldoende verband houdt met zijn voormalige dienstbetrekking om als negatief loon te kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Arnhem. Hof Arnhem oordeelt dat van het resterende bedrag van € 2.414 nog € 250 aftrekbaar is als premie die verband houdt met het invaliditeitspensioen. Het hof overweegt hierbij dat het aannemelijk is dat een deel van de premie betrekking heeft op het invaliditeitspensioen, omdat het invaliditeitsrisico is verzekerd en daar normaal gesproken de betaling van een premie tegenover staat. Het hof vermindert de aanslag.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem

5

Gerelateerde artikelen