Hof 's-Gravenhage oordeelt in hoger beroep dat sprake is van een parcours dat voor de duur van het evenement is gereserveerd voor de sportbeoefening en daarom moet worden aangemerkt als een sportaccommodatie.

Stichting X organiseert jaarlijks een "kustmarathon", bestaande uit een wedstrijdmarathon, een ladiesrun, een minimarathon voor de jeugd, een wandelmarathon en een mountainbiketocht. De sporters volgen een voorgeschreven route op de openbare weg, over het strand en door bossen, die door X wordt gecontroleerd. X is btw-ondernemer. X brengt de meeste deelnemers inschrijfgeld in rekening. In geschil is of deze zijn onderworpen aan het verlaagde (6%) btw-tarief of naar het algemene (19%) tarief. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de infrastructuur voldoende is gereserveerd voor de onderhavige sportbeoefening om te kunnen spreken van een sportaccommodatie. De inspecteur stelt in hoger beroep dat slechts de start en finish zijn afgezet, doch dat de afscherming van de rest van het parcours rechtens niet afdwingbaar is.

Hof 's-Gravenhage oordeelt dat sprake is van een parcours dat voor de duur van het evenement is gereserveerd voor de sportbeoefening en daarom moet worden aangemerkt als een sportaccommodatie. Mede van belang is dat in de vergunningen is opgenomen dat X verantwoordelijk is voor de veiligheid van het publiek en de deelnemers. Dit impliceert dat X er voor zorg dient te dragen dat niet-deelnemers worden geweerd van het parcours. Het maakt dus niet uit dat niet het gehele parcours met dranghekken of linten is afgezet. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hof 's-Gravenhage

4

Gerelateerde artikelen