Rechtbank Gelderland oordeelt dat de niet-ontvankelijkverklaring van het teruggaafverzoek van rest-BPM terecht is. De dertienwekentermijn is niet onredelijk kort om het recht op teruggaaf te kunnen effectueren.
X verzoekt om teruggaaf van rest-BPM vanwege de uitvoer van een auto naar Polen. De inspecteur verklaart het verzoek niet-ontvankelijk, omdat het niet is ingediend binnen dertien weken na uitschrijving van de auto uit het Nederlandse kentekenregister. In beroep is in geschil of de niet-ontvankelijkverklaring terecht is. Rechtbank Gelderland oordeelt dat het teruggaafverzoek terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De teruggaafregeling is niet in strijd met het EU-recht omdat de naar het buitenland uitgevoerde auto niet slechter wordt behandeld dan voertuigen op de binnenlandse markt. Voor voertuigen die op de binnenlandse markt worden verhandeld, wordt geen BPM teruggegeven. De eisen van de teruggaafregeling zijn ook niet strijdig met het Unierechtelijke doeltreffendheids- en gelijkwaardigheidsbeginsel, want de dertienwekentermijn is niet onredelijk kort om het recht op teruggaaf te kunnen effectueren. Het enkele feit dat er eisen worden gesteld levert geen strijd met het Unierecht op. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 4a
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 14a
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Europees belastingrecht
Editie: 4 januari
Informatiesoort: VN Vandaag