Belanghebbende sluit in 2007 een koopovereenkomst tot levering van een voormalig recreatieterrein met een woningstichting. Het terrein zal onder andere worden gebruikt voor woningbouw (uitgeefbare kavels). Partijen spreken af dat belanghebbende meewerkt aan rechtstreekse levering aan kopers (ABC-model), en dat afwijkingen om fiscale redenen mogelijk zijn. Uitgangspunt is dat de percelen in de huidige staat worden geleverd. De woningstichting zal het terrein bouw- en woonrijp maken. De woningstichting heeft in 2009 de volledige koopsom betaald. Daarna zijn de opstallen tot op het maaiveld gesloopt in opdracht van de woningstichting. Funderingen, betonnen begane grond en rioleringswerken zijn in stand gebleven.
In 2014 wordt de koopovereenkomst voor een deel van de kavels ontbonden, vanwege nieuwe fiscale regelgeving. Belanghebbende zal deze kavels rechtstreeks aan de kopers leveren (AC-percelen). Levering vindt uitdrukkelijk plaats voordat begonnen wordt met de sloopwerkzaamheden.
Een ander deel van de percelen wordt van belanghebbende aan de woningstichting geleverd, die koop-aannemingsovereenkomsten met de kopers heeft gesloten (ABC-percelen).
Belanghebbende heeft geen BTW in rekening gebracht met betrekking tot de levering van zowel de AC-percelen als de ABC-percelen.
Rechtbank Gelderland beslist dat de AC-percelen moeten worden aangemerkt als levering van (oude) bebouwde grond. De resterende bebouwing kan namelijk nog de functie van ‘gebouw’ vervullen. De rechtbank vindt dat de onbebouwde gedeelten dienstbaar zijn aan de gebouwen. Daarom worden deze als bij de gebouwen behorend terrein, en dus als bebouwde grond beschouwd. Het Don Bosco-arrest leidt niet tot een andere conclusie. Dat de kopers de resterende sloopwerkzaamheden niet uitvoeren, betekent niet dat belanghebbende zich hiertoe verbindt. De woningstichting verbindt zich om de sloopwerkzaamheden uit te voeren, en geeft hier uitvoering aan. De overeenkomsten worden voor iedere leverancier of dienstverrichter afzonderlijk beschouwd. Belanghebbende en kopers hebben de bedoeling om bebouwde grond te leveren. Bij juridische levering heeft de koper de macht gekregen om als eigenaar over de percelen te beschikken.
De rechtbank wijst het beroep op misbruik van recht af. Partijen hebben de vrijheid om hun handelingen zodanig te structureren, dat de minste belasting verschuldigd is. Belanghebbende wil bebouwde grond leveren, en levert ook feitelijk bebouwde grond. Dat is geen strijd met doel en strekking van de wet en de BTW-richtlijn.
Ter zitting zijn partijen overeengekomen dat de levering van de ABC-percelen als bouwterrein kwalificeren.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 24 november