Rechtbank Gelderland oordeelt dat niet is gesteld of gebleken dat onjuiste informatie aan de Belastingdienst is verstrekt of dat juiste informatie is achtergehouden, zodat ervan uit mocht worden gegaan dat de inspecteur de verliesverrekening uit 2009 in 2018 zou toestaan.

U bv en haar 100%-dochtervennootschap V bv vormen tot 1 januari 2010 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (FE1). FE1 is per 1 januari 2010 opgenomen in fiscale eenheid 2 met moedermaatschappij W bv. W bv heeft per 31 mei 2010 binnen fiscale eenheid U bv ingebracht in X bv, waardoor fiscale eenheid 3 is ontstaan. Op 28 december 2010 verkoopt W bv dochter X bv aan E bv. E BV gaat per 28 december 2010 een fiscale eenheid aan met X bv en de oorspronkelijke FE1. De gemachtigde van X bv verzoekt de inspecteur om een opgave van de te verrekenen voorvoegingsverliezen. Per brief worden de voorvoegingsverliezen per entiteit verstrekt. Hieruit blijkt dat het verlies van FE1 uit 2009 van € 66.092 te verrekenen is tot en met 2018. Bij het opleggen van de aanslag vennootschapsbelasting 2018 van FE4 corrigeert de inspecteur de verrekening van dit verlies. In geschil is of in 2010 sprake is geweest van twee boekjaren, te weten 1 januari tot en met 27 december 2010 en het boekjaar dat loopt van 28 december tot en met 31 december 2010, en of het verlies van FE 1 verrekend kan worden in 2018.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat in 2010 sprake is van twee boekjaren. Zij verwijst hiervoor naar het arrest van 10 juli 2015 van de Hoge Raad, nr. 14/05914, V-N 2015/34.19. Omdat in 2010 sprake is van twee (boek)jaren is op grond van de wettelijke bepalingen verrekening van het voorvoegingsverlies in 2018 niet meer mogelijk. De rechtbank is echter wel van mening dat het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt. De inspecteur beschikte over alle benodigde informatie. De schriftelijk toezegging in 2012 dat het verlies uit 2009 tot en met 2018 kon worden verrekend, was dan ook niet zo duidelijk in strijd met een juiste wetstoepassing dat FE4 die onjuistheid had kunnen en moeten beseffen. Niet is gesteld of gebleken dat de inspecteur na de brief uit 2012 zijn toezegging heeft ingetrokken of gewijzigd. Het beroep is gegrond. De rechtbank vermindert de aanslag en de beschikking belastingrente.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 20

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 26 juni

39

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen