Belanghebbende, X, dient een aanvraag voor compensatie in op 4 februari 2020. Binnen 6 maanden dient de Belastingdienst/Toeslagen te beslissen op de aanvraag. Echter, op 3 december 2020 verlengt de Belastingdienst/Toeslagen eenmalig de beslistermijn met zes maanden tot 30 juni 2021. Op 10 februari 2022 ontvangt de Belastingdienst/Toeslagen een ingebrekestelling van X vanwege het uitblijven van het besluit.
Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat zij niet kan bepalen of de beslistermijn juist is verdaagd, maar dat de Belastingdienst/Toeslagen uiterlijk op 30 juni 2021 had moeten beslissen. De beslistermijn is overschreden en de dwangsomtermijn vangt aan op 25 februari 2022, twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling. Gezien het grote aantal en de complexiteit van de herbeoordelingen van zaken in de kinderopvangtoeslagenaffaire verleent de rechtbank de Belastingdienst/Toeslagen een termijn van 12 weken om een besluit bekend te maken. Uiterlijk 28 juli 2022 dient de beslissing bekend te zijn. Het beroep van belanghebbende is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:55d
Algemene wet bestuursrecht 4:18
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 49
Algemene wet bestuursrecht 7:1
Algemene wet bestuursrecht 6:12
Algemene wet bestuursrecht 6:2
Algemene wet bestuursrecht 8:54
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Midden-Nederland