Gemeente X maakt in de jaren 2013 - 2016 kosten om werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt via re-integratietrajecten te ondersteunen bij het zoeken naar werk. Naar aanleiding van het verzoek van X om een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds voor de BTW-kosten die zij heeft gemaakt bij de re-integratietrajecten, sluiten X en de inspecteur een compromis. X en de inspecteur komen overeen dat 80% van het gevraagde bedrag aan X zal worden teruggegeven. Naar aanleiding van de uitspraak van Rechtbank Den Haag van 24 november 2017, nr. 16/6556 (V-N Vandaag 2018/239) verzoekt X om teruggaaf van de volledige BTW. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X is gebonden aan de afspraak met de inspecteur over de compensabele BTW. Nu X geen voorbehoud heeft gemaakt tijdens de bespreking met de inspecteur en niet heeft gereageerd op de schriftelijke vastlegging van het compromis, is zij gebonden aan de gemaakte afspraken.

Hof Arnhem-Leeuwarden is het met de rechtbank eens. Tijdens de zitting neemt het hof de gang van zaken in oktober 2017 met partijen door en stelt vervolgens vast dat partijen zijn overeengekomen dat 80% van de BTW op kosten die niet overduidelijk individualiseerbaar zijn, voor de jaren 2011 en 2012 compensabel is. Verder zijn zij overeengekomen dat deze lijn wordt doorgetrokken naar de jaren 2013 - 2016. Dit houdt dan in dat partijen ook voor de jaren 2013 - 2016 de afspraak hebben gemaakt dat 80% van de BTW op de re-integratietrajecten compensabel is en dat X aan deze afspraak is gebonden. Verder heeft X nagelaten om tijdens de bespreking een voorbehoud te maken. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op het BTW-compensatiefonds 4