X is eigenaar van een onroerende zaak in de gemeente Renkum. De opstal vertoont ernstige bouwkundige gebreken, veroorzaakt door het plaatsen van een aanbouw. De fundering van de oorspronkelijke woning kon de aanbouw niet dragen en heeft het begeven. De aanbouw is (deels) onafgebouwd gebleven en overal in de woning treden door de bouwkundige gebreken lekkages op. In geschil is de WOZ-waarde van de onroerende zaak.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de bouwkundige gebreken aan de woning van X dusdanig ernstig zijn dat deze woning geen waarde meer vertegenwoordigt. Om de woning te herstellen, moet zeer veel geld worden uitgegeven aan herstel van zowel de opstal als de fundering. Het hof acht aannemelijk dat er op de waardepeildatum geen koper is te vinden die de onroerende zaak, anders dan als bouwgrond, in deze staat zal willen kopen, mede gelet op de twijfel die bestaat over de mogelijkheid om tot volledig herstel te komen. Het hof volgt het standpunt van X dat de onroerende zaak gewaardeerd moet worden op de grondwaarde minus sloopkosten. Het hof stelt de WOZ-waarde van de grond na aftrek van sloopkosten vast op € 250.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17