Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het door een makelaar en zijn echtgenote aangekochte pand geen eigen woning is, maar is gekocht voor de verkoop.

X drijft een makelaardij in de vorm van een eenmanszaak. De makelaardij krijgt een verkoopopdracht voor een pand dat X en zijn echtgenote uiteindelijk eind 2012 zelf kopen voor € 330.000. Ze verbouwen het pand voor afgerond € 18.000. Daarna verkopen zij het pand op 11 juni 2014 voor € 392.000. X en zijn echtgenote merken het pand aan als eigen woning in de aangifte IB/PVV 2013 en 2014. Alle financieringslasten trekken zij af. Volgens de inspecteur kwalificeert het pand niet als eigen woning en vormt het verkoopresultaat belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. In geschil is of dit juist is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het door belanghebbende en zijn echtgenote aangekochte pand geen eigen woning is. Het is onaannemelijk dat het pand is gekocht met de intentie het zelf te bewonen. Daarentegen is het aannemelijk dat de hoogte van de prijs het aantrekkelijk maakte het pand te kopen voor de verkoop. Gezien X' bijzondere kennis en het feit dat het aannemelijk dat de koopprijs niet de waarde in het economisch verkeer weergeeft, oordeelt de rechtbank dat de inspecteur het verkoopvoordeel terecht aanmerkt als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden.

Lees ook het thema Eigenwoningregeling

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 24 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen