Belanghebbende, X, en haar echtgenote, Y, hebben in 1975 een eigen woning gekocht. Sinds 1 juni 2001 huren ze ook een woning in België. Per 1 december 2001 laten X en Y zich in Nederland uitschrijven en schrijven ze zich in België in. Per 1 november 2004 schrijven ze zich weer in op hun oude adres in Nederland. Deze woning hebben ze ook steeds aangehouden. Voor de jaren 2001 en 2002 doen X en Y aangifte als buitenlandse belastingplichtigen. Ze geven daarom geen inkomsten aan ter zake van de afkoop van een oudedagslijfrente en een stamrecht. De inspecteur is echter van mening dat X en Y Nederland in 2001 niet metterwoon hebben verlaten en corrigeert daarom de aangiften. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de inspecteur X terecht als binnenlands belastingplichtige in de belastingheffing heeft betrokken. De rechtbank overweegt hierbij dat X fiscaal gezien zowel inwoner van Nederland als België is, en dat zij zowel in Nederland als in België over een duurzaam tehuis beschikt. Vervolgens stelt de rechtbank echter vast dat de persoonlijke en economische betrekkingen van X met Nederland het nauwst zijn, zodat X zowel voor de toepassing van de Nederlandse wetgeving als voor de toepassing van het belastingverdrag als inwoner van Nederland moet worden aangemerkt. De inspecteur heeft X dan ook terecht als binnenlands belastingplichtige aangemerkt.
Hof Den Haag oordeelt dat X voor de toepassing van het verdrag als inwoner van Nederland moet worden aangemerkt. Het hof overweegt daarbij dat uit de feiten valt af te leiden dat X met regelmaat verbleef in de Nederlandse woning. Ook merkt het hof op dat uit het gebruik van gas, elektriciteit en water in de loop der jaren geen zodanige daling na het vertrek naar België blijkt dat dit er op duidt dat geen gebruik meer is gemaakt van de woning in de jaren 2001 en 2002. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 2.1
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 22 augustus